Gehoor

Gehoor is belangrijke functie voor de spraak- taalontwikkeling. Een baby begint al op jonge leeftijd met geluiden imiteren en onderscheiden. Als er sprake is van slechthorendheid of doofheid, dan kunnen er problemen ontstaan in de spraak- taalontwikkeling. Een kind is namelijk niet in staat taal (volledig) op te nemen en te verwerken en leert de taal minder snel dan horende kinderen. Vroege signalering van gehoorproblemen is dus heel belangrijk.

Er zijn verschillende vormen van slechthorendheid namelijk aangeboren slechthorendheid (kan mogelijk een erfelijke vorm of ziekten tijdens de zwangerschap zijn) en niet aangeboren slechthorendheid. Dit tweede kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld middenoorontsteking, meningitis, progressief gehoorverlies door bijvoorbeeld ménière, ouderdomsslechthorendheid of lawaaislechthorendheid (door te lange blootstelling aan lawaai).

Wat kan de logopedist doen?

De logopedist kan bij aangeboren slechthorendheid ondersteuning bieden bij de spraak- taalontwikkeling door training aan te bieden gericht op woordenschatuitbreiding, zinsbouw, articulatie, spraakafzien en (ondersteunende) gebarentaal.

Bij niet-aangeboren slechthorendheid is vaak de spraak- taalontwikkeling al verworven en richt de behandeling zich meer op spraakafzien.

Lees- en spellingsproblemen

Kinderen met auditieve verwerkingsproblemen hebben moeite met het verwerken van informatie die ze horen. Je kind vindt het misschien lastiger dan anderen om geluiden, klanken en spraak te verwerken die ze aangeboden krijgen.

Enkele voorkomende kenmerken die kinderen met auditieve verwerkingsproblematiek kunnen laten zien zijn:veel “huh” zeggen; moeizaam begrijpen van mondelinge opdrachten; moeite met onthouden van mondelinge informatie; en/of het negeren van geluiden en/of opdrachten.

Indien kinderen problemen ondervinden met de auditieve verwerking kunnen er op korte en lange termijn problemen in de ontwikkeling optreden. Deze gevolgen kunnen spraak- en/of taalproblemen en leerproblemen zijn. Deze problemen komen vaak voor in combinatie met andere problemen, zoalsslecht presteren op school (ondanks normale intelligentie); problemen bij het vervullen van klassikale opdrachten; korte aandachtsspan; snel afgeleid door geluiden of gebeurtenissen in de omgeving; slecht ontwikkeld besef van tijd.

De auditieve functies spelen ook een grote rol bij de leesvoorwaarden en het leren lezen en spellen. Kinderen van groep 2 moeten aan een aantal leesvoorwaarden voldoen, voordat ze naar groep 3 kunnen. Voorbeelden hiervan zijn: letters samenvoegen tot één woord of verschillen horen tussen klanken/woorden.

Wat kan de logopedist doen?

De logopedist onderzoekt de vaardigheden van je kind. Ook kijken ze of dat invloed heeft op taal, spraak, lezen en spellen. Daarna geven we ouders en bijvoorbeeld leerkrachten advies. Zo kan een kind dat heel veel last heeft van achtergrondgeluid, geholpen zijn door met een koptelefoon in de klas te mogen werken. Tijdens behandelingen doen we met je kind gerichte oefeningen om deze functies te verbeteren.

Dyslexie

Bij kinderen met dyslexie gaat lezen, spellen en schrijven moeizamer dan bij leeftijdsgenootjes. Het kan ook zijn dat je kind last heeft van een gebied. Meestal gaat het om kinderen die wel een gemiddelde intelligentie hebben. We noemen het alleen dyslexie als er geen andere oorzaken zijn voor de lees- en spellingsproblemen.

Wat kan een logopedist doen?

Een logopedist mag geen dyslexie diagnosticeren. Doordat er vaak sprake is van meer problemen naast de lees- en spellingsproblemen, zoals problemen in de taal, de klanktekenkoppeling en de auditieve vaardigheden is logopedische hulp wel geïndiceerd.

We kunnen dyslexie niet genezen, maar een behandeling door onze (gespecialiseerde) logopedisten draag zeker bij aan het verminderen van de gevolgen.